Portugal
Sommige drankjes zijn niet bedoelt om dronken van te worden. Port is daar een van, kwam ik achter aan het einde van de studiereis in Portugal. Het ging zo: Laura rekt zich na een lang diner uit, beide armen ver uitgestrekt naar beide kanten, waarbij ze per ongeluk (het ging echt per ongeluk; haar gezichtsuitdrukking vergelijkbaar met een konijn in de koplampen..) met haar rechterhand vol in de ballen van de piepjonge Portugese ober kneep. Ze keek hem geschrokken aan en vervolgens naar mij.
“Oh my god, I just squeezed his balls.”
“Squeezed?”
“I don’t know, it was an accident!”
“You didn’t have to squeeze them, touching would have been enough…”
“It was a reflex!”
En je zou denken dat deze jonge ober hier ongemakkelijk van werd. Elke normale vent zou ongemakkelijk worden van zes vrouwen die de slappe lach hebben nadat iemand aan z’n zaakje heeft gezeten, toch? Maar dit jonge broekie veranderde van het een op het andere moment van een timide hulpkelner in een overmoedige sfeermaker die ons einde van de tafel exclusief trakteerde op verschillende flessen Port en zelfs een aantal shotglaasjes voor ons inschonk. Per shotglaasje slechts 20% alcohol, niks om bang van te worden, maar voordat jullie allemaal massaal naar Portugal vertrekken om obers in de ballen te knijpen voor gratis drank, wees gewaarschuwd: Port bevat een zorgwekkende hoeveelheid suiker. Eén shotglaasje Port geeft een kleuterklas genoeg energie om Poetin af te zetten en vervolgens bij uitwerking binnen 24 uur te sterven aan Diabetes Type 2. Een adje suiker. Belachelijk nadat we de hele week zo diep geïnteresseerd in de wereld van Portwijn hadden gedoken. Een bezoek aan de Douro vallei, lezingen in het Port instituut, proeverijen, producenten bezoeken. We wisten inmiddels allemaal het verschil tussen Ruby’s en Tawny’s, Vintage en Colheita, maar blijkbaar nog niet tussen portglaasjes en shotglaasjes. Het verschil daartussen is dat een gewoon glaasje Port een klein cadeautje aan jezelf is. Iets om rustig van te genieten voor of na het eten. Een shotglaasje Port geef je jezelf niet cadeau; het wordt je tegen je wil opgedrongen en geeft je een hartslag van een hondsdolle aap en meer stemmingswisselingen dan je schoonmoeder in de overgang. Tot zover mijn recentelijk vergaarde kennis.
Over onzin gesproken; Bacalhau.
De kust van Portugal barst van de sardientjes. Grote sardientjes, kleine sardientjes, 100 verschillende subsoorten sardientjes die ze allemaal sardientjes noemen, ook al zijn ze niet allemaal hetzelfde maar lijken ze op zich allemaal redelijk op sardientjes. Zo uit de zee, perfect voor op de barbecue, niks meer aan doen behalve genieten van de zonsondergang met je bordje verse vis. Mag je als Portugees best tevreden mee zijn, toch?
Maar om een onduidelijke reden (ugh, cultuur ofzo) vinden de Portugezen het ook leuk om per jaar een paar duizend schepen vol Scandinavische/Russische kabeljauw te importeren, te zouten en te drogen in de zon of droogcabine’s om vervolgens drie dagen voor consumptie de uitgedroogde vis te weken in water, waarbij het water twee keer per dag ververst moet worden om het zout weer te verwijderen. En dan mag je daarna met een pincetje alle kleine graatjes eruit pielen. In de tussentijd kan er heel veel misgaan, maar dat weet je pas aan het eind als je de vork in je mond stopt en je tong in elkaar krimpt van de geconcentreerde hoeveelheid zout. Begrijpt iemand waarom bacalhau hier populairder is dan sardientjes? Een korte samenvatting..
Sardientjes:
Man in lief klein bootje voor de kust > Barbecue > Bordje verse vis
Bacalhau:
Verre zee > Lange bootreis > Heel veel zout > Lang drogen > een paar maanden verder > thuis 3 dagen weken in water > Graatjes eruit pielen > Bereiden > een bordje niet zo heul boeiende vis
Bacalhau kan soms wel lekker zijn (slechts één versie deze week was de moeite waard), maar het slaat eigenlijk nergens op in tijden dat de kabeljauw ernstig overbevist en bedreigd wordt. Als de Portugezen nou gewoon sardientjes eten, en wij in het Noorden kabeljauw? En Jappanners stoppen met alle blauwvintonijn uit de Mediterraanse zee opvissen? Of: Als iedereen gewoon de vis voor z'n eigen kust eet?
Wacht even, maar ik wil in Nederland ook wel sardientjes. En tonijn. Welkom in de Catch-22 van de duurzaamheidsparadoxen?
Het enige voordeel van Bacalhau is dat het dankzij de radicale zoutconservering het hele jaar verkrijgbaar is en sardientjes niet. De Portugezen hebben trouwens ook geen woord voor kabeljauw, maar noemen het bij gebrek aan visvocabulaire dan maar ‘verse Bacalhau’; ofterwijl ‘verse gedroogde, gezouten vis’.
Wat ongeveer net zo logisch is als een shotglaasje Port.
(voor meer foto's van de Portugal studiereis, klik hier)